“Rechtshulp? Het mag vooral niet méér kosten”

Vandaag verscheen in het NRC een artikel, waarin kritiek werd geleverd op de plannen van minister Sander Dekker om het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te herzien. De minister wil dat burgers, als zij rechtshulp nodig hebben, zelfredzamer zijn. Advocaat Reinier Feiner reageert:

“Minister Dekker wil de toegang voor burgers naar (o.a.) een jeugdrechtadvocaat veel moeilijker maken. Bezuinigen op en privatisering van rechtsbijstand aan mensen met een smalle beurs is typisch VVD-geluid. De overheid moet strenger gaan selecteren aan de poort en diegene die rechtsbijstand nodig hebben moeten het dan in veel gevallen doen met lager opgeleide juristen in plaats van gespecialiseerde advocaten. Nog daargelaten dat een dergelijke bureaucratie zelden goedkoper (laat staan beter) is, wordt de burger in zijn verhouding tot de overheid steeds minder in staat adequaat tegenwicht te bieden.

Hoewel de wachtlijsten in de jeugdzorg torenhoog zijn, waardoor kinderen en hun ouders vaak niet de juiste jeugdhulp krijgen of daar maanden op moeten wachten, het jeugdstelsel in elke gemeente weer net iets anders werkt, en ouders vaak niet kunnen weten waar hun kinderen recht op hebben, wil Minister Dekker voor Rechtsbescherming de mogelijkheid om een jeugdrechtadvocaat in te schakelen veel moeilijker maken.

Dat is niet in het belang van de kinderen om wie het gaat. Het jeugdstelsel is met de invoering van de Jeugdwet deels vastgelopen, doordat de jeugdzorg werd aanbesteed door inkoopregio’s van samenwerkende gemeenten, die voor de uitvoering ook nog eens minder budget kregen dan destijds de provincies. Het gevolg: kwalitatief slechte jeugdhulp die niet overal beschikbaar is en wachtlijsten voor kinderen waar men zich in het voormalige Oostblok van medio jaren ’80  voor zouden schamen. Ondertussen wel tal van bestuurders van jeugdhulpaanbieders, en managers van adviesbureaus die zich in deze markt rijk rekenen. Het is juist voor kinderen van belang, dat er advocaten zijn die de juiste hulp desnoods afdwingen. Als ook dat tegenwicht langzaamaan verdwijnt is een belangrijke controle op het juist en tijdig handelen van jeugdzorg, in het belang van de kinderen om wie het gaat, weg. “

Uit het artikel van het NRC blijkt hoe belangrijk een gespecialiseerd advocaat is:

Ook Lara Sips (36) kwam bij het juridisch loket terecht. Zij was in een strijd verwikkeld met de „stugge gezinsvoogd van Jeugdzorg”, vertelt ze, en de voogd leek aan de winnende hand. Sips’ kinderen van destijds 3 en 6 jaar oud waren uit huis geplaatst toen zij na de geboorte van haar tweede kind een postnatale depressie kreeg, scheidde van haar man en vervolgens „afgleed in het verkeerde milieu”. Vanwege haar drugsgebruik werden haar kinderen ondergebracht in twee gereformeerde pleeggezinnen in Zeeland, waar ze bleven toen Sips was afgekickt. „De instanties zeiden: haal je maar niets in je hoofd, je bent niet stabiel genoeg. Terwijl ik alles deed wat ze van me verwachtten: ik ging naar therapie, slikte medicatie.”

Sips’ advocaat Reinier Feiner probeerde er eerst met Jeugdzorg uit te komen; toen dit niet lukte wist hij bij de kinderrechter voor elkaar te krijgen dat haar zoon weer in huis kwam en dat zij een omgangsregeling kreeg met haar dochter.

En dat van Lara Sips. Haar advocaat Reinier Feiner vreest dat mensen zoals zij in het nieuwe systeem zullen „worden weggehouden bij een advocaat”. „De poortwachter is in zo’n geval het wijkteam, dat eerst zal kijken of de cliënt er met Jeugdzorg kan uitkomen. Maar dat wijkteam werkt samen met Jeugdzorg, en die dubbele pet maakt het uit huis plaatsen en houden van kinderen makkelijker.” Er is in zo’n geval geen tegenmacht van een gespecialiseerde advocaat die beter kan inschatten of een zaak inderdaad kansloos is, zegt Feiner. „Het aantal rechtszaken zal afnemen en het aantal uit huis geplaatste kinderen zal toenemen.

Het gehele artikel werd op 22 januari 2019 in het NRC geplaatst, en kunt u hier en hier volledig nalezen.