Hugo de Jonge postte gisteren op LinkedIn het volgende bericht:
” Het kabinet stelt de komende jaren ruim één miljard euro extra ter beschikking voor de jeugdzorg.
Dat doen we omdat uit onderzoek blijkt dat steeds meer jongeren in Nederland jeugdhulp krijgen en veel gemeenten kampen met financiële tekorten.
Het is goed dat kinderen en gezinnen die hulp en ondersteuning nodig hebben eerder in beeld zijn. En zo betere en passende hulp krijgen. Tegelijkertijd stelt dit gemeenten voor flinke uitdagingen. Daarom komt het kabinet deze gemeenten tegemoet met deze extra bijdrage.
Maar meer geld alleen leidt niet automatisch tot betere hulp. Daarom hebben we met gemeenten afspraken gemaakt om de jeugdzorg te verbeteren. Want naast het feit dat er meer kinderen eerder worden geholpen, is er nog een hoop werk te doen: meer tijd voor zorg, minder administratieve lasten, betere inkoop en sturing door gemeenten, en betere samenwerking binnen en tussen regio’s.
Kortom: het is én én. Nu aan de slag!”
Advocaat Reinier Feiner reageerde direct:
” Beste minister de Jonge, Dat was nodig!
En eens dat er grote waardering moet zijn voor de jeugdwerkers in het veld. Dit laat onverlet dat de systeemwijzigiging van 2015 kansen bood en doelen had die niet zijn bereikt. Demedicalisering waar het kan, minder uithuisplaatsingen, naast ouders en kinderen en niet erboven en een goed systeem van stepped care. Een wet verandert niet een cultuur.
Toch zou een wetswijziging waarin aanvaardbare termijnen voor passende jeugdhulp ihkv de jeugdhulpplicht ex 2.3 Jw tanden geven voor kinderen die nog steeds te lang wachten op noodzakelijke en door de kinderrechter uitgesproken dringende jeugdhulp. Die termijn mag niet vrijblijvend zijn, maar met een dwangsombepaling ten bate van een spaarrekening van het kind. In het huidige stelsel worden ten onrechte alleen ouders op hun verantwoordelijkheid aangesproken; van een verantwoordelijke overheid moet ex artikel 8, 2e lid EVRM de positieve verplichting worden verwacht dit waar te maken.
Zolang de ‘ketenpartners’ elkaar niet kunnen of durven sanctioneren en ook de kinderrechter dit gereedschap niet heeft ben ik bang dat uw lappendeken ‘zorg voor de jeugd’ slechts tijdelijk deze omissies kan bedekken.
Zal ik voor u zo’n voorstel maken? Groet, Reinier”
Lees het volledige bericht met verdere reacties hier.