Rechtsbescherming vele malen beter bij (jeugd-)GGZ en jeugdstrafrecht dan in het civiele jeugdbeschermingsrecht

In de afgelopen jaren is het aantal uithuisplaatsingen dat begon met een spoeduithuisplaatsing toegenomen tot veertig procent van het totaal aantal eerste uithuisplaatsingen. (Wetenschappelijke factsheet uithuisplaatsingen 2022, Bruning e.a.). Bij de gesloten jeugdhulp loopt dit aantal zelfs op tot 73 procent. Op vrijdag 20 januari 2023 gaf dhr. Feiner een workshop op het congres Wetsevaluatie kinderbeschermingsmaatregelen van de Universiteit Leiden. Als bijlage bij deze blog vindt u de PowerPoint-presentatie behorend bij de workshop. Tijdens de workshop is o.a. gesproken over de rechtsgrond, de rechtsbescherming en de procedurele waarborgen bij uithuisplaatsingen. Ook is een vergelijking gemaakt met het psychiatrisch patiëntenrecht en het strafrecht waarbij men tot de conclusie kwam dat de rechtswaarborgen voor jeugdige verdachten en psychiatrisch patiënten op toegang tot de rechter, onafhankelijk toezicht en regionale plaatsing vele malen groter zijn. Dit is een verschil dat zich niet alleen laat verklaren door verschillen tussen artikel 5 EVRM (bescherming willekeurige vrijheidsontneming) en artikel 8 EVRM (bescherming ingrijpen gezinsleven bij het treffen van een kinderbeschermingsmaatregel).