Eind 2018 deed zich in de Rechtbank Midden-Nederland deze zaak voor: De GI stuurt de kinderrechter een brief met een actualisatie nodig om te kunnen beslissen op het verzoek een minderjarige voor de duur van een jaar gesloten te plaatsen. Ter zitting blijkt dat de brief niet door de jeugdwerkers is opgesteld, maar door een gedragswetenschapper en een stagiaire. Is de kinderrechter op het verkeerde been gezet?
De volledige uitspraak is hier te lezen
“Een kinderrechter moet blind kunnen vertrouwen op de informatie die een GI verstrekt. ” stelt deze kinderrechter. Als advocaat jeugdrecht van ouders en kinderen acht ik die motivering volstrekt onjuist! De kinderrechter moet nooit blind vertrouwen op de informatie van 1 van de procespartijen, maar zelfstandig de juistheid ervan vast stellen. Zeker als het gaat om de noodzakelijkheid van het voortduren van een gesloten uithuisplaatsing van een minderjarige ex artikel 5, 1e lid sub d EVRM.
Reinier Feiner